De 15 gevluchte missionarissen na hun behouden aankomst in Scheut (1900).
De Bokseropstand was overgeslagen naar de provincie Shanxi, waar bisschop Hamer verbleef in zijn missiepost Eul-che-se-king'ti. Het keizerlijk hof in Peking steunde de opstand. Het Chinese leger en de Boksers trokken samen op. Vreemdelingen en christenen moesten vrezen voor hun leven.
Zes missionarissen, Scheutisten, voelden de dreiging toenemen. Zij hadden hun eigen missieposten verlaten en zochten bescherming bij hun bisschop in Eul-che-se-king’ti.
Ferdinand Hamer onderkende de ernst van het gevaar. Hij riep op 6 juli 1900 de zes missionarissen bij elkaar. Hij eiste dat zij naar de versterkte missiepost Santaoho zouden vluchten om hun leven te redden en de toekomst van de missie veilig te stellen. Zonder missionarissen geen missie. Ivo Stragier, Jules De Wolf, Willem Lemmens, Désiré Leesens, Ange Verstraeten en Henri Verwilghen vertrokken in het holst van de nacht. Een barre tocht voerde hen over de zandheuvels van de woestijn in de Ordos, langs het zoutmeer Bayan-noor, op weg naar Santaoho.
In Santaoho troffen de zes missionarissen negen confraters aan: Achilles Lateur, Albert Botty, Florent Lauwers, Stefaan Zech, Eugeen Van Havere, Remi Van Merhaeghe, Hubert van de Meerendonk, Alfons Hulsbosch en Frans De Boeck. Ook zij hadden hun missieposten moeten verlaten.
In Santaoho hoorden zij het nieuws over het verschrikkelijke lot van bisschop Hamer. Eul-che-se-king’ti was gevallen, bisschop Hamer weggevoerd, gemarteld en vermoord. Honderden christenen waren om het leven gebracht. Meisjes en jonge vrouwen waren ontvoerd om verkocht te worden. Weeskinderen waren meegenomen.
Ook Santaoho bleek niet veilig te zijn. De militaire mandarijn (bestuurder) stelde op 20 augustus een ultimatum. De paters moesten uiterlijk 23 augustus vertrekken. Met paarden en kamelen trokken zij door de Gobi woestijn. De karavaan kwam na 42 dagen aan in Oerga (het huidige Ulaanbaatar), een stad aan de grens met Rusland. Zij wilden er blijven, betere tijden afwachten om later naar hun missieposten terug te kunnen keren. De Chinese mandarijn eiste echter dat zij ook Oerga zouden verlaten. De 15 paters trokken verder door Rusland. Zij wisten de Trans-Siberische spoorlijn te bereiken. Per trein reisden zij via Irkoetsk, Omsk en Samara naar Moskou. Vandaar verder naar Berlijn, Keulen en Brussel. Op 10 november 1900 bereikten de 15 paters gezond en wel hun eindbestemming: Scheut.
De Bokseropstand werd neergeslagen. In 1901 keerden de missionarissen terug naar China. Door bisschop Hamer te gehoorzamen en te vluchten om hun leven te redden konden zij de verwoeste missie weer gaan opbouwen.
De foto met ‘de 15’ is in Scheut gemaakt. Van links naar rechts:
Onder: Frans De Boeck, Ivo Stragier, Willem Lemmens, Désiré Leesens, Alfons Hulsbosch, Eugeen Van Havere.
Midden: Remi Van Merhaeghe, Ange Verstraeten, Achilles Lateur, Stefaan Zech, Henri Verwilghen.
Boven: Albert Botty, Hubert van de Meerendonk, Jules De Wolf, Florent Lauwers.
Drs. Leo van den Berg (1935–2008), Scheutist, heeft geholpen bij het uitzoeken van de namen van de 15 missionarissen op de foto.
Remi Van Merhaeghe †
Bidprentje Remi Van Merhaeghe |
Ter Dierbare en Roemvolle Gedachtenis Van Eerweerden Pater Remi van Merhaeghe,Priester-Zendeling der Congregatie van Scheut, geboren te Waereghem, den 6 Febrauri 1869; en door sabelslagen ter dood gebracht den 13 December 1901, in zijne missië van Hsia-yen-tze (Apostoliek Vikariaat van Zuid-West Mongolië).
Remi Van Merhaeghe (1869-1901) was afkomstig uit Waregem, West-Vlaanderen, en was in 1889 ingetreden in de congregatie van Scheut als aspirant-missionaris. Hij was in 1894 naar China afgereisd en naar de Ordos-missie gestuurd. Ferdinand Hamer was zijn bisschop, Xiayingzi (Hsia-yen-tze) werd zijn standplaats, een missiepost aan de Gele Rivier.
Na afloop van de Bokseropstand keerde Remi Van Merhaeghe terug naar de Ordos-missie. Xiayingzi bleek tijdens de Bokseropstand een draaischijf in de vrouwenhandel te zijn geweest. Remi Van Merhaeghe zette zich in om ontvoerde vrouwen en kinderen te bevrijden. Dit kostte hem zijn leven. Remi Van Merhaeghe werd in Xiayingzi vermoord op 13 december 1901.